top of page

Catharina Goeting     1912 - 1987

"O, dans niet, blijft toch stil
En laat ik je zo bewond'ren
Het is mijn laatste wil
Je van de wereld af te zonderen"



De prachtige regels van Slauerhoff zouden als een uitstekend motto voor het oeuvre van Catharina kunnen gelden, niet alleen om hun inhoud, maar ook vanwege het feit, dat ze Catharina inspireerden tot het maken van een wandtapijt. Vaak was poëzie het uitgangspunt voor de schilderijen, wandkleden en collages van Catharina. Soms had ze aan een woord genoeg om haar fantasie op gang te brengen en soms verheft ze het gedicht zelf tot onderwerp van haar schilderijen  collages en wandtapijten. Haar kleurgebruik was vrolijk, uitbundig soms, maar het is een vrolijkheid met een melancholieke ondertoon, als een mazurka op een gemaskerd bal, wel driekwartsmaat maar met een meewarige glimlach.

Hoewel haar werkwijze vrijwel impulsiever is dan die van Jan Goeting, is haar opbouw hecht, haar composities zijn stevig geconstrueerd  Voor iemand die zo fragiel was van gestalte als Catharina, is het haast onvoorstelbaar dat ze in staat bleek monumentale opdrachten ten uitvoer te brengen. Zo ontstonden een wandkleed van 7 bij 2 meter voor het stationspostkantoor in Rotterdam, een wandtapijt Provinciehuis Middelburg, twee wandkleden in het ziekenhuis Bronovo. In het stadhuis van Vlissingen, in de trouwzaal van het gemeentehuis in Alblasserdam, in het Haagse Congresgebouw. Het is slechts een greep.

Samen met haar man Jan Goeting heeft ze zeer grote mozaïeken gemaakt voor de Burger en Raadzaal van Hengelo. In het laatste werk van Catharina is de hang naar vormen van abstractie sterker geworden, zoals in "Herfstbos" en "Toren" beide uit 1985. De zichtbare werkelijkheid blijft het uitgangspunt, maar de dichterlijke vrijheid in kleur en schriftuur heeft bij Catharina Goeting de overhand.

 

Tekst: Victorine Hefting

bottom of page